Château de Monceau

De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 17e eeuw, rond 1635, wanneer de familie Honoré een kasteel bouwt op de oever van de Samber. De plaats was vroeger bezet door een heerlijk landhuis dat op 21 juli 1554 werd verwoest.
In 1667 wordt het onvoltooide Spaanse fort van Charleroy veroverd door de troepen van Lodewijk XIV tijdens de Devolutieoorlog. Aangezien het kasteel van Marchienne in neutraal gebied lag (onder gezag van het Prinsbisdom Luik), werd het gebruikt als hospitaal voor zowel Franse als Spaanse soldaten.
In 1695 wordt het kasteel gekocht door Guillaume de Bilquin, een rijke eigenaar van een smederij, die het afbouwt en opwaardeert. In 1717 trouwt zijn dochter, Marie-Agnès Bilquin, met Jean-Louis Cartier, zoon van de algemene penningmeester van de prins-bisschop van Luik. Als zodanig wordt het kasteel eigendom van de familie Cartier de Marchienne.
In 1740 herbergt het kasteel Remacle Le Loup, een beroemde tekenaar uit de Luikse regio. Het werd in 1932 zwaar beschadigd door een brand en in 1938 gekocht door de gemeente Marchienne-au-Pont, waarmee een einde kwam aan meer dan twee eeuwen eigendom van de familie Cartier.

Marguerite Yourcenar, een in België geboren Franse romanschrijver en essayist, en de eerste vrouw die werd gekozen in de Académie française, is de dochter van Fernande de Cartier de Marchienne, van de familie Cartier die verwant is aan het kasteel van Cartier. Ze bezocht het kasteel in Marchienne-au-Pont in 1956 en vermeldt haar Cartier de Marchienne-afkomst en het kasteel in haar memoires uit 1974 Dear Departed: A Memoir (Frans: Souvenirs pieux).

Het kasteel van Cartier werd geklasseerd op 21 augustus 1980. Het werd in fasen gerestaureerd tussen 1986 en 2001, nadat het in een erbarmelijke staat was achtergelaten (besmet door droogrot).