Dumon’s kapelletje

Dit kapelletje werd vroeger in de volksmond “Dumon’s kapelletje” genoemd.Het kapelletje, nu eigendom van de Vereniging Parochiale Werken van Oedelem, is ingeplant langs de straat, maar is er toch van afgesloten door een verzorgde haag die rond het kapelletje is aangeplant. De doorgang om de kapel te bereiken is afgesloten met een wit hekje. Boven de witte deur is op een marmeren plaat volgende tekst aangebracht: “Zet langs dezen weg geen voet of zeg; Maria, wees gegroet”.Over de geschiedenis van de kapel is niet veel geweten. De bouwdatum is 1852 en de oorspronkelijke eigenaar was Jan De Caluwé (Joannes Cornelius), die een bekend figuur in Oedelem was. Hij baatte vanaf 1842 niet enkel een steenbakkerij uit langs het straatje naar Meulestede vlakbij het kapelletje, ervoor was hij ook al gemeentesecretaris geweest en nog ervoor wordt hij ook vermeld als onderwijzer.Tot ongeveer midden de jaren 1980 stond de kapel in het kadaster nog op naam van Frans De Caluwé, zoon van Jan De Caluwé, die 130 jaar ervoor was overleden. Frans De Caluwé was de broer van Marie-Antoinette De Caluwé. Zij was gehuwd met Bartholomeus Dumon. Ze hadden een zoon Edward Dumon, die vader was van de gekende prof. Amaat Dumon en zijn broers Valère, Gustaaf, Silvère en Gaston, en hun zus Malvina. Marie-Antoinette De Caluwé, de zus van Frans De Caluwé, mag dus aanzien worden als de stam-moeder van de Oedelemse “Dumon’s”. Dat deze kapel “Dumon’s kapelleke” werd genoemd is dus simpel te verklaren.