Het is niet voor het eerst dat we in Nationaal Park Jotunheimen, het hart van de wilde Noorse natuur, zijn. Na onze eerste keer in Rondane, het oudste park van het land, besloten we onze laarzen aan te trekken en deze mooie plek te herontdekken. De reisgidsen beschrijven Jotunheimen Nationaal Park als een doos van Pandora vol duizend en één zeldzaamheden.

Het zogenaamde 'huis van de reuzen' beslaat meer dan 3.500 vierkante kilometer en is daarmee een van de grootste natuurparken van het land. Het dak van Noord-Europa herbergt een aantal toppen hoger dan 2.300 meter, zoals de majestueuze Galdhøpiggen (2.469 meter), het hoogste punt in de regio. Het Nationaal Park Jotunheimen is ook een van de populairste plaatsen voor wandelaars. Rond de 300 kilometer gemarkeerde paden zijn er veel bewaakte hutten te vinden.

Wij besloten een week uit te trekken om de paden die vanaf het park lopen te verkennen. In de stad Otta (gemakkelijk bereikbaar met de trein vanuit Oslo) zorgden we ervoor dat we in de supermarkt voldoende voedsel voor een week kochten (houd rekening met de zeer hoge prijs van de hutten en bijbehorende winkels). Daarna verlieten we de stad met de bus, in de richting van een van de toegangspoorten tot Jotunheimen: de Gjendesheim-hut. Voor de voorbereiding is het goed te weten dat het park toegankelijk is in het noorden via de stad Lom en in het zuiden via de stad Tyinkrysset. Om je reis te organiseren kun je gebruikmaken van Entur, de Noorse web- en mobiele applicatie waar je alle informatie vindt met betrekking tot het openbaar vervoer.

Vanuit Gjendesheim hadden we ons een lus van 85 kilometer rond het park voorgesteld, met stops en bivakplaatsen bij exotische namen als Russvassbue, Spiterstulen en Langvatnet. Maar de opeenstapeling van slecht weer en vermoeidheid zorgde voor de nodige uitdaging. Hoewel de zomer het beste seizoen is om te zwerven in Noorwegen, kan het klimaat net zo snel veranderen als aan de Bretonse kust. Dus als je je in deze noordelijke landen wilt wagen, raad ik je aan je warm te kleden.

Wandelen is een zeer populaire activiteit in Noorwegen. De band van de Noren met de natuur is zeer hecht. Hun wandelroutes, zeer goed gemarkeerd met een "T" in rode verf, zijn talrijk en goed gedocumenteerd. Merk ook op dat bivakkeren in het hele land is toegestaan, zolang je kamp meer dan 150 meter van een huis verwijderd is. Onthoud dat open vuur in de zomer verboden is.

Het land kent geen tropisch klimaat, dus maak je geen zorgen over giftige beestjes. Tijdens de zomermaanden kunnen muggen echter snel een echte plaag worden. Neem voor je bivak beschermende netten en muggenspray mee. Je vindt wat je nodig hebt in de stad.

In deze Collectie lees je over mijn avontuur begeleid met foto's. Als je meer wilt ontdekken, nodig ik je uit om mijn blog te bezoeken op het volgende adres: bit.ly/3JZC4KZ.