Église Saint-Jacques ⛪

Midden op het plein pronkt het standbeeld van luitenant-generaal Abraham Duquesne (1610-1688), die met 17 jaar al het bevel voerde over zijn eerste schip. Hij versloeg Michiel De Ruyter in 1676 en joeg op piraten in de Middellandse Zee. Let op de begin 18de-eeuwse gebouwen op nr 18 tot 24. Aan de apotheek hangt een gedenkplaat voor de scheikundige Descroizilles, aan wie we de koffiefilter danken (een vondst die ten onrechte wordt toegeschreven aan abt Belloy

De bouw startte in de 13de eeuw, maar de kerk werd herhaaldelijk verbouwd. Fraai roosvenster boven het 14de eeuwse middenportaal. de toren aan de gevel dateert uit de 15de eeuw; de koorsluiting en de straalkapellen zijn 16de eeuws. De zuidelijke kruisarm, aan de kant van de Rue Sainte-Catherine, biedt een goed voorbeeld van de primitief-gotische stijl. De kerk telt 107 waterspuwers. Het schip (13de eeuw) vertoont evenwichtige verhoudingen en is versierd met een 14de eeuws triforium. De decoratie van de bovenlichten werd een eeuw later aangebracht. Vlak bij de toren, bereikbaar via een met opschriften versierde trap, bevindt zich de eerste kapel van de rechterzijbeuk, de Chapelle Saint-Sépulcre (15de eeuw) , met een fraaie stenen balustrade. de andere kapellen werden geschonken door reders uit Dieppe. De orgelkast stamt uit 1635. Zie links boven de deur van de Chapelle du Trésor (sacristie) de fries uit 1530, met rijen Braziliaanse indianen die herinneren aan de verre reizen van zeemannen uit Dieppe. Het transept, het oudste kerkdeel, ondersteunt de centrale koepel, die in de 18de eeuw is herbouwd. Het koor heeft een fraai stergewelf en een opengewerkt triforium (16de eeuw). Boven het altaar prijkt een mooi houten beeld van de H. Jacobus (17de eeuw). Rechts daarvan is in de Chapelle du Sacré-Coeur een flamboyant geweld bewaard gebleven.
(Michelin)

De kerk van Saint-Jacques (12e tot 16e eeuw) is in de flamboyante en renaissancestijl: begonnen in de 12e eeuw, werd de Saint-Jacques-kerk in 1282 als parochie gesticht door Guillaume de Flavacourt, aartsbisschop van Rouen. Het noord- en zuidtransept dateren uit de tweede helft van de 12e eeuw. Het koor, het schip en de zijbeuken dateren uit de dertiende eeuw, met uitzondering van de gewelven en het triforium van het schip dat dateert uit de veertiende eeuw. Het was ook in de veertiende eeuw dat het grote portaal werd gebouwd. In de 15e eeuw werden de toren en kapellen gebouwd aan weerszijden van het hoofdschip van het koor, behalve twee die deel uitmaakten van het oorspronkelijke plan van de kerk. Binnenin is de Schatkamerkapel versierd met een fries die bekend staat als de "wilden" en die de verschillende naties onthult die zijn ontdekt door de zeevaarders en matrozen van Dieppe. Op verzoek van Jehan Ango, de patroonheilige van de kerk in de zestiende eeuw, de kunstenaar vertegenwoordigd verschillende scènes uit het leven van de inboorlingen: een stoet van festivals en dansen, krijgshaftige afleveringen, die veel archeologen en wetenschappers kwamen om te observeren. Victor Hugo kwam ook deze echte "stenen kant" bekijken op 8 september 1837. fr.wikipedia.org/wiki/%C3%89glise_Saint-Jacques_de_Dieppe