Grand-Fort-Philippe

De belangrijkste activiteiten waren altijd verbonden met de visserij (touwslagerij, visrokerij, scheepsbouw). Twee musea houden die herinnering levend. Maison du sauvetage en Maison de la Mer.
Van de tientallen rokerijen is er nog maar één over, die de vis op de traditionele manier pekelt, droogt en op beukenhout rookt.
(Michelin)

Grand-Fort-Philippe (Nederlands: Groot-Fort-Filips) is een gemeente in het Franse Noorderdepartement, arrondissement Duinkerke, aan de Opaalkust aan monding van de rivier de Aa. De gemeente ligt op de grens van Frans-Vlaanderen en Artesië. Ze heeft ongeveer 5400 inwoners.
Grand-Fort-Philippe ligt op de westoever van de gekanaliseerde Aa, waar deze in de Noordzee uitmondt. Op de linkeroever ligt het dorp Petit-Fort-Philippe, dat onderdeel is van de gemeente Grevelingen.In 1582 werd hier door Filips II, graaf van Vlaanderen, een fort opgericht dat samen met het fort in Petit-Fort-Philippe de toegang tot de Aa moest verdedigen tegen Frankrijk. In 1657 werden de forten vernield door de troepen van Turenne. In 1659 kwam de plaats in handen van Frankrijk. In 1811 werd het een officiële basis voor de smoogleurs of smokkelaars waar, ondanks het door Napoleon opgelegde continentaal stelsel, Engelse en Amerikaanse schepen hun handelswaar kwamen verkopen.
In 1883 werd Grand-Fort-Philippe een zelfstandige gemeente, die zich afscheidde van de gemeente Grevelingen. Het was in het verleden vooral een belangrijke vissershaven.
(Wikipedia)

Grand-Fort-Philippe is de meest westelijke gemeente van het noordelijke departement. Hier mondt de rivier de Aa uit in de Noordzee en het Kanaal. Dit gedeelte maakt deel uit van de Opaalkust. Grand-Fort-Philippe wordt omringd door de naburige gemeenschappen Gravelines in het oosten en Oye-Plage in het westen.