De "Paltskapel van Aken".

De kapel bij het Karolingische koninklijk paleis in Aken werd in de jaren negentig van de 8e eeuw gebouwd op de overblijfselen van een Romeins badcomplex en op de plaats van een vroege Karolingische kapel. Volgens de traditie stond het gebouw, dat de modellen van San Vitale in Ravenna en Hagios Sergios en Bacchos in Constantinopel volgt, onder leiding van de bouwer Odo von Metz. In de symboliek van de Middeleeuwen is de achthoek het teken van de voltooiing van het Oude en Nieuwe Testament in de opstanding van Christus. Blijkbaar zag de koninklijke bouwer in het centrale gebouw een adequaat model voor de manifestatie van zijn heerschappij.
Na uitgebreide planning en overleg sinds 790 was de casco 796 klaar, 798 werden de pijlers geplaatst. Het gebouw had rond 800 ingewijd kunnen worden.
De achthoek in het midden van het gebouw en het westwerk met de twee traptorens aan de zijkant en de ingang ingebed in een nis ertussen dateren uit deze Karolingische periode. Oorspronkelijk bevonden zich hier de bronzen poortvleugels, de zogenaamde wolvendeuren, die rond 800 werden gegoten en werden verplaatst naar de portaalvestibule die toen werd toegevoegd in de 18e eeuw.
De bovenste verdiepingen van het westwerk werden in de eerste helft van de 14e eeuw en in de 17e eeuw verbouwd. De bovenkant van de toren werd gebouwd tussen 1879 en 1884.
Bron:
zum.de/Faecher/G/BW/Landeskunde/rhein/staedte/mittelrhein/aachen/baugeschichte.htm

Deze kapel werd gebouwd onder Karel de Grote en is gebaseerd op de Byzantijnse architectuur.

Een bekend voorbeeld van een paltskapel die vandaag nog bewaard is gebleven, is de achthoek die fungeert als het centrale gebouw van de Dom van Aken, die tussen 796 en 805 na Christus werd gebouwd als de kapel van het keizerlijk paleis van Aken onder Karel de Grote (Wikipedia).