Goudkantoor

Het imposante gebouw deed feitelijk dienst als belastingkantoor. Het gebouw dankt zijn naam aan het bureau voor het garanderen van de authenticiteit van goud- en zilverwaren. De Goldkontor bevond zich van 1814 tot 1887 op de bovenste verdieping.
Meer op toerisme.groningen.nl/de/ueber-groningen/karte-von-groningen/firmadetails/6119/het-goudkantoor

Op de plek van het Goudkantoor stond begin 17e eeuw een pastorie. Deze 'predicant behuysinghe' werd door de stad gekocht voor 6500 gulden om er een belastingkantoor te vestigen in afwachting van nieuwbouw. In 1635 werd vervolgens het Goudkantoor gebouwd voor de som van 9000 gulden. Het pand wordt door Cornelis Peters toegeschreven aan stadsbouwmeester Johan Isbrants, die in 1629 Garwer Peters had opgevolgd en ook verantwoordelijk was voor de Hoofdwacht (Corps de Garde). De opdrachtgever was de provinciale commies voor gebouwen en waterstaatswerken Ecko Mensenborch.

(nl.wikipedia.org/wiki/Goudkantoor)

Dit uiterst imposante gebouw werd in 1635 gebouwd in opdracht van de provincie, die het gebouw als belastingkantoor wilde gebruiken. Het oorspronkelijke gebruiksdoel blijkt ook uit het Latijnse motto op de gevel: "Date Caesari quae sunt Caesaris", wat betekent "Geef de keizer wat van de keizer is". Na het einde van de Franse bezetting, die tot 1814 duurde, was het lange tijd onduidelijk of het gebouw van de stad of van de provincie was. Pas in 1843 werd dit probleem opgelost en werd het inmiddels vervallen gebouw gerenoveerd. Bij deze gelegenheid werden de provinciale wapenschilden op de gevel vervangen door het stadswapen. De Goldkontor dankt zijn naam aan het bureau voor het garanderen van de authenticiteit van goud- en zilverwaren, dat van 1814 tot 1887 op de bovenverdieping van het gebouw was gevestigd.