Drususfelsen (Teufelsohrkissen)

Een wat begroeide trap brengt je naar de rots waarop het kasteel is gebouwd en naar de voet van de kasteelmuur. Iets verder naar het oosten kom je een 'boog' tegen.

Het lichtere type Bentheimer Zandsteen - Gildehaus en de bruin tot rode Bentheimer Zandsteen (de kleur varieert afhankelijk van het ijzergehalte in de zandsteen) komen voor in een zandige, ruimtelijk beperkte zandsteenafzetting van het oostelijke mariene Nedersaksische bekken van het Onder Krijt, waarin tijdens het Onder-Valanginien werd materiaal uit de rode zandsteen opgeslagen. De afzetting bereikt een maximale dikte van 60 tot 70 meter en is in west-oostelijke richting ongeveer negen kilometer lang. De zandsteenafzettingen die ten oosten en ten westen van Bad Bentheim aan de oppervlakte komen, worden al 800 jaar in talrijke steengroeven gedolven.[1] Niet ver van Bad Bentheim komt de Gildehauser zandsteen voor. Het was eerder gebroken in de buurt van Suddendorf.

Aan de zuidwestkant van het kasteel bevindt zich een kleine, hoge, enkele zandstenen rots, de Drususrots of het Duivelsoorkussen genoemd.Verdere legendes hierover:
de.wikipedia.org/wiki/Burg_Bentheim