Der junge J.S. Bach

Het monument naast de Divi Blasii-kerk, gemaakt door de beeldhouwer Klaus Friedrich Messerschmidt, toont de jonge Johann Sebastian Bach die naast zijn monumentensokkel staat. Over Johann Sebastian Bach: Johann Sebastian Bach is een van de belangrijkste componisten in Duitsland. Hij werd geboren op 21 maart 1685 in Eisenach, waar hij de eerste tien jaar doorbracht. Van 1703 tot 1708 was Bach organist van de Nieuwe Kerk, nu de Bachkerk, in Arnstadt. Oorspronkelijk werd hij uitgenodigd om het orgel te verzorgen in de toenmalige Sint-Bonifatiuskerk, waar hij al snel kerkorganist werd. Gedurende deze tijd creëerde Bach vele werken voor orgel, waaronder de beroemde "Toccata en Fuga in D mineur". Begin 1707 stapte hij over naar de hoge en beter betaalde positie van organist in de Divi Blasii-kerk in Mühlhausen. Dankzij het aanzienlijk hogere loon kon hij al snel een gezin stichten en trouwde hij op 17 oktober 1707 met zijn nicht Maria Barbara Bach, met wie hij zeven kinderen kreeg. In Mühlhausen had hij veel taken, waaronder de opstelling van het kerkorgel. Hij schreef de cantate ‘God is mijn Koning’, de enige die uit deze periode in druk bewaard is gebleven. In 1708 reisde Bach naar Weimar, waar hij speelde voor hertog Wilhelm Ernst en een aanbod kreeg als hoforganist in de paleiskapel, de zogenaamde Himmelsburg. Tijdens deze periode van bijna tien jaar in Weimar componeerde hij een groot deel van zijn orgelwerken, maar ook cantates, werken voor klavecimbel en vroege versies van de Brandenburgse concerten. In 1714 werd hij gepromoveerd tot concertmeester; zijn reputatie als orgelvirtuoos verspreidde zich snel buiten Duitsland. In 1717 werd Bach door Prins Leopold benoemd tot hofmuziekdirecteur in Anhalt-Köthen. Zijn vrouw Maria Barbara overleed er in 1720 en een jaar later trouwde Bach voor de tweede keer: de musicusdochter Anna Magdalene Wilcke. In april 1723 begon hij de prestigieuze functie van Thomaskantor in Leipzig. Op dit laatste station van zijn leven creëerde Bach zijn grote vocale werken (Johannes- en Matthäus-Passions), evenals talrijke cantates en motetten. Op 28 juli 1750 stierf Johann Sebastian Bach op 65-jarige leeftijd in Leipzig.