Monumento ai legionari Cecoslovacchi.

Het monument voor de Tsjechoslowaakse legioensoldaten, jarenlang verzorgd door de Alpini van Arco, bevindt zich in de wijk Prabi, in een smal straatje tussen de olijfbomen, op de plaats waar het doodvonnis werd voltrokken door ophanging. Vanaf 1917 werd een korps Tsjechoslowaakse vrijwilligers, deserteurs van het keizerlijke leger, gevormd naast het Italiaanse leger dat aan het front van Trentino vocht tegen de Oostenrijks-Hongaren; in 1918 veranderden deze in een echt Tsjechoslowaaks leger in Italië dat ook een compagnie in Trentino had. Op 21 september 1918 werden tijdens een Oostenrijkse militaire actie in Doss Alto, op de hellingen van de berg Baldo, vijf Tsjechoslowaakse legioensoldaten gevangen genomen; 's Nachts overgebracht naar Ceniga, ondergingen ze een standrechtelijk proces als verraders omdat ze het Oostenrijks-Hongaarse leger hadden verlaten. Vier van hen werden opgehangen: hun namen zijn Antonín Ježek, Karel Nováček, Jiří Schlegl en Václav Svoboda. Dit was niet de enige episode van Italiaans-Tsjechoslowaakse militaire samenwerking: op 5 juli 1918 was Alois Štorch, een Tsjechoslowaakse officier van het Oostenrijkse leger die zich bij het Italiaanse leger had aangesloten, de auteur van een sabotageactie aan de oevers van het meer.