Paduai Szent Antal templom (Minoritenkirche)

De Franciscanen bouwden al in de 13e eeuw een klooster en een kerk in Eger. Ze moesten de stad in 1596 verlaten na de Turkse verovering. Na de herovering op 18 december 1687 werd de kerk, die inmiddels als moskee in gebruik was, overgedragen aan de Minorieten.Deze kerk stortte in 1712 in en er werd opdracht gegeven om een nieuwe kerk te bouwen. De eerste steen werd gelegd in maart 1758. De bouw stond onder toezicht van János Falk en werd na zijn dood voortgezet tot de voltooiing in 1767 door János Nitsmann. De ontwerpen voor de kerk kwamen van Kilian Ignaz Dientzenhofer, een van de belangrijkste architecten van de Boheemse laatbarok uit de Duitse kunstenaarsfamilie Dientzenhofer. In 1773 werd de kerk ingewijd.De decoratie binnen en buiten de kerk volgde in de jaren die volgden. Het hoofdaltaarstuk werd in 1770 gemaakt door Johann Lucas Kracker. De gewelven zijn beschilderd met scènes uit het leven van Sint-Antonius door Márton Raindl, een schilder uit Bratislava.In de nieuwe kerk werd eerst een gebruikt barokorgel geïnstalleerd, afkomstig uit de oude kerk en bevindt zich momenteel in de Sint-Orbankerk in Gyöngyös. De kast van het huidige orgel komt uit de kathedraal van Eger, waar in 1856 door Ludwig Mooser een nieuw 17-stemmig orgel werd geïnstalleerd (Wikipedia).