Aguas Calientes

Aguas Calientes, ook wel bekend als Machupicchu Pueblo, is de stad net onder de ruïnes van Machu Picchu. Hoewel het een toeristische bestemming is, is het echt een coole plek om te verkennen. De Urubamba-rivier stroomt door het centrum van het dorp en er zijn veel hotels en restaurants, evenals natuurlijke spa's die het dorp zijn Spaanse naam gaven.

Het land begon zich te ontwikkelen na de opening van de spoorlijn in 1931, toen buitenlandse toeristen de ruïnes van Machu Picchu begonnen te bezoeken. De lokale bevolking is begonnen met het openen van bedrijven om toeristen te bedienen, voornamelijk restaurants en kleine hotels.

De lokale markt is een bijzonder authentieke ervaring en op de tweede verdieping kun je gezellig en goedkoop eten.

Dankzij Machu Picchu is de plaats een echte toeristenplaats. Iedereen wil naar de oude verwoeste stad gaan.
Aguas Calientes is alleen te bereiken via de smalspoorlijn Cusco-Quillabamba, er is geen wegverbinding. Veel toeristen maken gebruik van deze trein. De spoorlijn ging door naar Quillabamba tot de jaren negentig, toen de lijn tijdens een aardbeving iets onder Aguas Calientes werd begraven door een aardverschuiving en voorbij de schade werd verlaten. De rest komt via de Inca Trail naar de stad.
Augusto Berns, een Duitse onderzoeker en ontdekkingsreiziger, was waarschijnlijk verantwoordelijk voor de hoeksteen van de stad. Zijn doel was om de gouden stad te ontdekken en vestigde zich hier aan de rivier.

Aguas Calientes (zoals de naam al doet vermoeden) stond vroeger bekend om zijn thermale baden, ik weet nog dat we na de Inca Trail bijna allemaal onze spieren ontspanden in de baden. Om bij de baden te komen moet je de heuvel op in de stad, hier kun je handdoeken of zwembroeken huren.