Goethebrunnen

Op het Frauenplan, direct tegenover het huis van Johann Wolfgang von Goethe, staat een opvallende fontein naar hem vernoemd. Het is een van de twee gietijzeren fonteinen die stadsarchitect Coudray opdracht gaf aan de gieterij Günstersfeld in Ilmenau. De ijzeren platen die de fontein omlijsten, staan op stenen sokkels en vormen een achthoek, aan de achterkant waarvan, wegkijkend van het Goethehuis, een kolom oprijst van waaruit het water in de vorm van een spuwende dolfijn in het fonteinbassin stroomt. Platen en kolom zijn groen van kleur.In het midden van elke ijzeren plaat is de afbeelding gegraveerd van een drinkende slang, omringd door een krans van bladeren. De slang werd beschouwd als een symbool van levenskracht, vastberadenheid en doorzettingsvermogen. Op een van de platen staat het nummer 1821, het jaar waarin de fontein werd gebouwd.Op de zuil zijn de initialen CA van aartshertog Carl August en een kroon te vinden, en het jaartal 1822 wordt omlijst door een eikenbladkrans op de achterkant van de zuil. De waterspuwerdolfijn is uitgerust met een drietand.In die tijd waren de fonteinen van groot belang voor de watervoorziening van de Weimar-bevolking. Pas in 1882-1884 werd het eerste leidingsysteem aangelegd, dat ook particuliere eigendommen en huishoudens bevoorraadde. Tot dan toe moesten burgers zichzelf behelpen via de openbare fonteinen. Het waren ook ontmoetingsplaatsen. Zoals uit een brief van Goethe blijkt, keek hij met grote belangstelling naar het reilen en zeilen bij de fontein voor zijn huis.weimar-lese.de/gehenswuerdigkeiten/brunnen/goethebrunnen

Göthebrunnen niet ver van het Göthehaus op het drukke marktplein.