Neutorturm in Arnstadt

De Neutorturm en de Riedturm zijn de enige twee poorten in de stadsmuur van Arnstadt die bewaard zijn gebleven. Omdat de Hussieten een bedreiging vormden en de inwoners van Arnstadt zich wilden beschermen tegen dreigende opstanden, moesten de muurring en de stadspoorten in de 15e eeuw worden versterkt. De Neutorturm werd vervolgens ingebed in de stadsmuur, ook wel de "Hohe Mauer" genoemd. De toren wordt voor het eerst gedocumenteerd in 1418. Voor de constructie werd kalksteen uit de steengroeven van Gosseler gebruikt. Maar het duurde tot 1448 voordat het middeleeuwse gebouw de achthoekige bovenverdieping en de bovenkant kreeg. Al in 1588 moesten de bovenverdiepingen vernieuwd worden en in 1789 werd een vergulde torenkop bevestigd. De Neutorturm was onder meer bedoeld als bescherming tegen brand. Tot het einde van de 19e eeuw werd het bemand door een brandwacht die een appartement in de toren betrok en altijd alarm sloeg zodra er brand uitbrak. In 1962 nam de afdeling ornithologie van de Duitse Culturele Vereniging haar intrek in de toren. De dubbele muur en de gracht op de toren zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Sinds 1942 is er echter geen Neutor-torenklok - deze werd in 1942 omgesmolten voor oorlogsdoeleinden. Na een uitgebreide restauratie werd de torenkop in 1980 heropend.