Monemvasia

Monemvasia (Grieks Μονεμβασία of Μονεμβασιά, vroeger ook Malvasy, modern gedeeltelijk ook Monemvassia, Monemwassia, Monembasia getranscribeerd) is een kleine Griekse stad die een belangrijke basis en fort was in het Byzantijnse rijk. Het is gelegen op een rots voor de kust van Laconia in het zuidoosten van het schiereiland Peloponnesos.

De stad dankt haar naam aan de ligging, het Griekse moni emvasia (μόνη εμβασία) betekent “enige toegang”. Het werd beschouwd als het 'Gibraltar van het Oosten' tot de Griekse onafhankelijkheid in 1821-1830 vanwege de grote moeilijkheden die gepaard gingen met pogingen om het te veroveren. De stad is ook de naamgever van Malvasia, een druivensoort die van daaruit werd geëxporteerd.

Locatie: De plaats Monemvasia ligt aan de zeewaartse zuidoostkant van een rots van ongeveer 194 meter hoog [2] en 1,8 km lang. De nederzetting bestaat uit twee delen: de ommuurde middeleeuwse benedenstad op de helling van de klif en de citadel op de top van de klif, die alleen kan worden bereikt via een enkel pad, vaak bochtig, steil en goed beveiligd. De citadel is sinds de jaren twintig niet meer bewoond.