Emile Seipgens

Sculptuur van Wijnand Thönissen en Dick van Wijk (1987) voorstellende de (theater)auteur.

Schrijver in het Limburgs Dialect van o.a. de Schinderhannes

Seipgens was de zoon van een brouwer. Na de lagere school ging hij enige tijd naar kostschool Rolduc. Er zijn geen aanwijzingen dat hij voorbestemd was priester te worden; Rolduc stond destijds ook open voor niet-priesterlijke kandidaten. Na vier jaar verhuisde hij naar het Bisschoppelijk College in Roermond, waar hij zijn middelbare schoolopleiding afrondde. Nadat hij de middelbare school had afgerond, volgde hij een jaar lang de opleiding tot notaris, zonder veel succes. In 1856 trad hij toe tot de brouwerij van zijn vader. Vanaf 1859 leidde hij samen met een zwager het bedrijf.In 1860 trouwde hij met Anna Maria Berentzen. Ze kregen vier kinderen.In 1874 besloot hij de brouwerij vaarwel te zeggen en zich aan zijn roeping te wijden. Daarna studeerde hij Duits in Göttingen. Een jaar later keerde hij terug en legde het staatsexamen voor het MO-certificaat Duitse studies af in Den Haag.Daarna gaf hij Duits op middelbare scholen in Tiel (1876), Zutphen (later 1876) en Leiden (1883). In Leiden raakte hij bevriend met de Nederlandse hoogleraar Jan ten Brink. Van 1893 tot aan zijn dood op 25 juni 1896 was Seipgens secretaris van het Genootschap voor Nederlandse Letterkunde. Net als zijn vriend Ten Brink heeft hij begraafplaats Groenesteeg in Leiden als laatste rustplaatsBron: nl.wikipedia.org/wiki/Emile_Seipgens