Kloster Posa

Op de dag van de geboorte van Maria, 8 september 1114, werd voor het eerst een houten kapel ingewijd. In 1115 begon de bouw van een stenen kloosterkerk door monniken van Hirsau onder leiding van abt Eck(en)bert. Na zeven jaar bouwen werd het hoofdaltaar op 8 september 1121 door bisschop Dietrich aan de Maagd Maria gewijd. Het hele klooster werd voltooid in 1122 en omvatte in totaal zeven altaren.Op 24 september 1123 werd bisschop Dietrich, volgens Wolfgang Hartmann een lid van de adellijke familie Reginbodonen, door een Slavische lekenbroeder bij het altaar neergestoken en stierf drie dagen later aan zijn verwondingen. Deze ontheiliging van het hoofdaltaar maakte het noodzakelijk om het opnieuw in te wijden, wat in september 1124 werd uitgevoerd door de bisschoppen Richwin von Zeitz-Naumburg en Arnold von Merseburg.Nadat op 12 mei 1212 een akkoord was bereikt tussen markgraaf Dietrich von Meißen en de abt van het Bosau-klooster, deed laatstgenoemde afstand van aanspraken op de stad en de stadskerk van Zwickau in ruil voor een vergoeding van 250 mark.Het klooster werd in 1573 opgeheven als onderdeel van de Reformatie.Bron: de.wikipedia.org/wiki/Kloster_Posa