Pilgramshof Dicker Hof Großhof

Het Pilgramshof had in de middeleeuwen de naam "Vogtshof", omdat het de zetel was van de Worringer Vogts, die de eigenaren waren van de Vogtei "villa Worunch", de graven van Jülich. Na de gewelddadige dood van graaf Wilhelm IV werd het hof op 30 april 1287 verkocht aan het Domkapittel van Keulen als gevolg van een erfenisverdeling. De naam "Vogtshof" kan alleen worden getraceerd tot 1555 voor de Domgut.

Op 8 april 1721 brak een verwoestende brand uit in het gebied van de "Dicker Hütte", die zich uitbreidde naar de Großhof aan de "Alte Neusser Landstrasse". Uiteindelijk is er echter voor gekozen om de drie binnenplaatsen “in quadro” naast elkaar te bouwen als bakstenen gebouwen en met een tuin aan de achterkant voor de “St.-Antonius-Pforte” (op de huidige “St. -Tönnis-Straße"). Dit voorstel was gerechtvaardigd met de kosten om de binnenplaatsen op verschillende plaatsen te bouwen. De drie bijna even grote binnenplaatsen stonden op een rij. Op enkele reparaties na waren de werkzaamheden in de zomer van 1722 gereed.