Schleuse Ostrhauderfehn

Voldoende waterpeil was essentieel voor het voorheen drukke scheepvaartverkeer op het Fehnkanaal. Daarom werden er sluizen ("Verlaate") gebouwd. Ze zorgden ervoor dat de schepen altijd voldoende water onder de kiel hadden.Er waren twee sluizen in Ostrhauderfehn. De eerste was aan het einde van het hoofdkanaal van Fehn, dat de eb en vloed van de getijden voerde, bij het voormalige "Verlaatshus" aan het begin van het lagere einde. Met hoge insteekpoorten die automatisch dichtgingen als het water overstroomde, voorkwam het dat eb en vloed het binnenstedelijke stelsel van kanalen en Wieken binnendrong.De volgende sluis lag ongeveer 2,5 km verder naar het zuiden op de 1e Südwieke. Het zorgde voor een constant waterpeil - en dus voor de scheepvaart - in het bovenste, hogere deel van het veengebied. Beide sluizen zijn in de jaren 50 verwijderd en vervangen door stenen stuwen.

In 1990 werd in het kader van het “vennenprogramma” een van de historische sluizen herbouwd aan het einde van het hoofdveenkanaal. Het nieuwe sluissysteem is voorzien van dubbele vloed- en ebpoorten en biedt plaats aan schepen en pleziervaartuigen met een lengte van 55 meter en een breedte van 5,40 meter.
Met de voltooiing heeft Ostrhauderfehn opnieuw een directe verbinding gekregen met het brede vertakte binnenvaartnetwerk van Oost-Friesland via het hoofd Fehnkanaal, Leda en Eems.

Ook ben ik tijdens mijn ronde langs de veenroute de Ostrhauderfehnsluis gepasseerd.