Onze-Lieve-Vrouwe in het Sant-kapel

Een Poolse edelman, die in de 15e eeuw leefde, genaamd Wendelinus, had zijn vaderland verlaten om God in stille afzondering en onbekendheid te dienen. Na vele omzwervingen vond hij werk als herder bij de pachter van Muggenbroekerhof. Elke dag reisde hij met zijn kudde naar een favoriete plek: een droge, overwoekerde zandheuvel, buiten de stad Roermond, "in gen Saende", waarop een waterput stond. Toen hij zijn kudde schapen weer wilde laten drinken en daarvoor een emmer water uit de put haalde, zag hij een Mariabeeld in die emmer liggen. Hij bevestigde het in een nis in een boom bij de bron. Het beeld beleefde zo'n grote aanbidding vanuit de stad dat de pastoor van Roermond besloot het over te brengen naar de "Moderkirck" in de stad. De volgende dag stond het beeld echter weer in de boom bij de put om aan te geven dat Onze Lieve Vrouw aldaar geëerd wilde worden "in Gen Saende". Een kapel werd vervolgens gebouwd waar het beeld werd gevonden.

Oude dame ontmoet die de kapel dagelijks bezoekt. Een van de verongelukte jongens - zie monument achter de kapel - is haar broer. Ten tijde van het ongeluk was zij vijf. Nu ruim tachtig.