Schloss Ahaus

Het barokke paleis Ahaus is een voormalig woonpaleis van de prins-bisschoppen van Münster in Ahaus in het westen van Münsterland.

Het waterburcht ligt direct in het stadscentrum, grenzend aan het nieuwe voetgangersgebied van Ahaus met het marktplein en het toeristeninformatiecentrum.

Imposant kasteel met slotgracht.

Het kasteel, gebouwd aan het begin van de 11e eeuw, viel in 1406 van de edelen van Ahaus aan de prins-bisschop van Münster, Otto IV Von Hoya. Op 4 oktober 1650 bezocht prins-bisschop van Münster Christoph Bernhard von Galen Ahaus. Op zijn instigatie werd in 1653 in Ahaus de eerste Duitse faiencefabriek opgericht, die in 1657 weer werd gesloten. In 1688 werd het oude kasteel gesloopt in opdracht van prins-bisschop Friedrich Christian von Plettenberg. De nieuwbouw in de vorm van een barokke waterburcht werd uitgevoerd volgens de plannen van Ambrosius von Oelde en werd in 1690 voltooid. Het hele complex, inclusief de paleistuinen, werd pas in 1718 voltooid. [1] Toen het werk klaar was, had het nieuwe gebouw ongeveer 100.000 daalders gekost.[2] Na te zijn verwoest in de Zevenjarige Oorlog, voegde Johann Conrad Schlaun van 1765 tot 1767 een centrale projectie in de tuingevel toe met een grote dubbele trap. Het kasteel diende als zomerresidentie voor de prins-bisschoppen van Münster. De prins-bisschoppen Johann IV van Osnabrück, Christoph Bernhard von Galen en Franz Arnold von Wolff-Metternich zur Gracht stierven in kasteel Ahaus.