Gagelhangmoor

Het veen op de helling van de Taubenberg bestaat uit gagelstruiken met riet, rijgras, fluitgras, heidebloemen, zonnedauw, veenmos, heidesoorten en dennen. Het biedt een leefgebied voor boshagedissen, velduilen en de zeldzame roodborsttapuit.


Hier verspreiden zich klei- en slibhoudende, grondwaterkerende lagen van tertiair zeezand. Het ontsnappende grondwater zorgt ervoor dat de grond altijd nat is.


De gagel, ook wel heidemirte, bosbessenmirte, leerlooier, Brabantse mirte in Nederland, Gruit of Grut aan de Nederrijn genoemd, komt in Europa alleen voor in kustgebieden van Portugal tot Noorwegen. De tot 2 m hoge kleine struik is gebonden aan vochtige tot natte, voedselarme gronden en vormt kleine, bolvormige steenvruchten. De bruine bast was een gewild looimiddel, de bloemknoppen werden gebruikt voor vergeling.

Prachtige heide met een wisselende variëteit aan verschillende planten.

Heide en heide, met veel uitlegborden