Katwijk aan Zee

De badplaats Katwijk aan Zee is een aantrekkelijke plaats voor een pauze. Langs de boulevard zijn restaurants en cafés te vinden.

Rond 1230 was de stad niet meer dan een kern van een aantal hutten. Na 1300 begon de plaats te groeien en werd het al snel bekend voor de visserij, maar ook voor de binnenvaart. In 1388 werd de vismijn van Katwijk aan den Rijn verplaatst naar Katwijk aan Zee. De twee plaatsen stonden al onder hetzelfde bord, Katwijk, maar toen was het een eer. Katwijk aan Zee is al sinds de 20e eeuw een bekende badplaats. Eind jaren zestig had Katwijk met 180 schepen de grootste vissersvloot van Nederland. Later, toen er modernere schepen kwamen, sloegen de Katwijkse schepen om naar de havens van IJmuiden en Scheveningen en werd de vloot kleiner.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is een deel van de gebouwen in Katwijk aan Zee door de Duitsers gesloopt. Het was een 200 meter brede strook huizen langs de kust, die moest verdwijnen om plaats te maken voor de Atlantikwall. Pas na de oorlog kreeg de boulevard zijn huidige uiterlijk.

Eind jaren tachtig smolt Katwijk aan Zee samen met Katwijk aan den Rijn en de noordelijke (nieuwbouw)wijken Hoornes en Rijnsoever, nu Katwijk-Noord, tot één grote gemeente, Katwijk. Per 1 januari 2006 vallen ook de omliggende dorpen Rijnsburg en Valkenburg onder de gemeente Katwijk.

Met de fiets is het niet ver van Katwijk naar Leiden in de oude binnenstad. Een reis is de moeite waard.