Parochiekerk Sint-Joris

De kerk van Sint-Joris was van oudsher een bedevaartsoord tegen het zilt en tegen de ‘distel’ (puisten en ontstekingen van de hoofdhuid, vooral bij kinderen). De bedevaarders werden gezegend met de relikwie van Sint-Joris.Hoe is de parochie Sint-Joris ontstaan?In de loop van september 1242 trok Walter de Marvis, bisschop van Doornik, door de streek van het historische Bulskampveld om er de grenzen van de parochie Sint-Joris-ten-Distel en van het Bulskampveld, een enorm uitgestrekt heideveld, vast te leggen. Hij scheidde het veld ‘geheten Distele’ af van de omliggende parochies Kneselare, Oedelem en Beernem. Aldus stichtte hij de nieuwe parochie St-Joris(-ten-Distel). De oorspronkelijke naam Sint-Joris-ten-Distel is een combinatie van een lokaal toponiem met een katholieke heilige. Distel zou niet afkomstig zijn van de plant maar zou verwijzen naar een woest, onvruchtbaar gebied met de naam "Diesele" (reeds vermeld in 1242).Op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens, wordt Sint-Joris afgebeeld als een landelijk dorpje in een bocht van de Zuidleie. De Sint-Joriskerk staat afgebeeld als een kruiskerk met vieringtoren en bijhorend ommuurd kerkhof. Een kleine nederzetting van een aantal woningen ten noorden van de stenen brug over de Zuidleie. Hierop is duidelijk te zien dat de kerk van haar parochie is afgescheiden door het doortrekken van de Zuidleie. Ter hoogte van de Kauter weergave van negen stenen woningen en een zevental houten constructies.Op het eind van de 16de eeuw (1590) werd de Sint-Joriskerk door geuzen vernield. De kerk werd herbouwd omstreeks 1610-1615.De huidige kerk van Sint-Joris, gebouwd in classicistische Louis-Philippe-stijl, dateert uit 1837 (zie datering op fronton boven kerkdeur). Het vorige barokke kerkje was immers veel te klein en bouwvallig geworden. De bouwwerken stonden onder de leiding van ingenieur Desermaise uit Brugge. De biechtstoelen werden in 1839 door Ferdinand Hoste uit Ruiselede geleverd. Hij maakte ook het overige meubilair voor de nieuwe kerk, zoals de preekstoel (1845). In de kerk bevindt zich tevens een orgel (uit 1787) van orgelbouwer Lambert-Benoit Van Peteghem. De Gentse orgelbouwersfamilie Van Peteghem was vier generaties lang de belangrijkste orgelmakers van de Zuidelijke Nederlanden in de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw, zowel op kwalitatief als kwantitatief gebied.Het Heilig Hartbeeld werd tijdens het eeuwfeest van de kerk in 1937 in de torengevel geplaatst (vanuit de Kerkstraat te zien boven het portaal van de kerk). De zwart-wit-foto toont de kerk omstreeks 1935.Bij een grondige restauratie in 1958-60, o.l.v. pastoor Janssens, werd de kerk volledig gerestaureerd (o.a. werd het kerkdak verhoogd).In april 1993 werd, als herinnering aan de 750ste verjaardag van de parochieafbakening (in 1242), het kerktorenkruis van dat sinds 1837 op de torenspits stond (dus 155 jaar) op het kruispunt van de Sint-Jorisstraat en de Lattenklieversstraat als monumentje geplaatst