komoot
  • Routes
  • Routeplanner
  • Features
Adventure Hub
Notes from Outside

Een gezinsuitje van 1000 km langs het South West Coast Path

Adventure Hub
Notes from Outside

Een gezinsuitje van 1000 km langs het South West Coast Path

Notes from Outside
/Nummer 17

Een gezinsuitje van 1000 km langs het South West Coast Path

Josh Barnett
/8 minuten leestijd

Als je meer dan 1000 kilometer in 1 langeafstandswandeling gaat hiken, zul je ongetwijfeld zware momenten meemaken. Hetzelfde geldt voor het opvoeden van een peuter. Maar wat gebeurt er als je deze twee combineert op een epische familie wandeltocht van 65 dagen, compleet met een abnormale hittegolf en hele normale Britse regen? Ik kan het antwoord alvast verklappen: je hebt een goed verhaal om te vertellen. En in dit nummer van Notes from Outside kun je dat helemaal lezen. Veel plezier!

Catherine

Editor, Notes from Outside

Toen Freya en ik onze laatste vermoeide stappen zetten naar de haven in Robin Hood’s Bay op 19 juni 2021, dachten we allebei dat we geen stap meer konden verzetten. Het Wainwright’s Coast-to-Coast pad had ons 320 kilometer over wat van het moeilijkste terrein in Noord-Engeland gebracht en had ons bijna 3 weken gekost. En dit alles terwijl Freya onze 7-maanden oude dochter, Ira, op haar borst met zich mee tilde, en ik alle spullen voor drie mensen in mijn rugzak meezeulde. Het was een geweldige ervaring, maar we vonden het bereiken van de eindstreep een welkome kans om uit te rusten (en het gevoel in onze grote tenen terug te krijgen). Pas 2 jaar later kregen we opnieuw een rusteloos gevoel. Het was tijd om onze backpacks weer op te pakken en Ira op een nieuw avontuur te trakteren.

Met iets meer dan 1000 km is het South West Coast Path het langste nationale wandelpad in het Verenigd Koninkrijk. De meeste mensen lopen het in gedeeltes en doen er een paar jaar over, maar er zijn elk jaar ook een paar honderd bikkels die de wandeling in één keer doen. De meerderheid hiervan doet er ongeveer 7-8 weken over. Omdat je ongeveer 4 keer de totale hoogte van de Mount Everest moet klimmen, wordt het aangeraden om ultralichte uitrusting mee te nemen. Helaas is lange-afstandswandelen met een peuter niet voor mensen die terugschrikken voor een beetje gewicht. Ira woog met haar 12 kilo al dubbel zoveel als tijdens ons vorige kust-tot-kust avontuur, en met al ons voedsel en water, sjouwden Freya en ik allebei zo’n 25 kg mee op onze rug.

Aan de start van een lange-afstandswandeling verschijnen is al een uitdaging op zich. In het afgelopen jaar hadden Freya en ik alles nauwkeurig gepland. Welke gear vervangen moest worden, waar we voorraden konden kopen, welke gedeelten lastig zijn. Ze had zelfs al eens alleen proef gekampeerd met Ira op Dartmoor. In de tussentijd had ik niks gedaan. Of in ieder geval niks wat met wandelen te maken had .

Het afgelopen jaar had mijn leven helemaal gedraaid om het bouwen van ons nieuwe tiny house in Cornwall, het opnieuw opzetten van mijn bedrijf op een nieuwe locatie, en het wegwerken van een grote achterstand klantprojecten. Op een perverse manier zou het Coast Path een kans voor me zijn om eindelijk te ontspannen. Misschien dat ik me daarom zo zelfverzekerd voelde bij de start in Minehead, opgetogen door de gezonde spanning die hoort bij het beginnen van een grote trip zoals deze en de oneindige mogelijkheden van een onbekend avontuur aangaan.

En toch voelde mijn onwankelbare geloof in onszelf wat minder sterk tegen de tijd dat we op onze eerste kampeerplek aankwamen. Doordat we waren vertrokken tegen het eind van een windstille hittegolf, was het benauwde klimaat, de schok van de volle rugzakken en de eerste hernieuwde kennismaking met de heuvels genoeg om ons met een bezorgd gevoel onze slaapzakken in te laten kruipen.

Freya en ik keken elkaar aan: hadden we te veel hooi op onze vork genomen?

Een soort nerveuze energie hielp ons de eerste week door, tot de hardnekkige hittegolf ons dwong om een paar dagen beschutting te zoeken op de Woolacombe camping. Zowel Freya als ik  hadden allebei een zonnesteek opgelopen. We waren op maar 80 km van ons eigen huis, en 1 belletje zou genoeg zijn om in ons eigen bed te kunnen slapen. Maar we hadden nog te veel avontuur te gaan om de rugzak nu al af te nemen. De roep van het pad was te sterk om op te geven, ook al betekende het dat we ons een paar dagen erg geïsoleerd en kwetsbaar voelden.

Tegen het einde van week 2 draaiden we richting de Atlantische Oceaan bij Hartland Quay en vanaf toen waaide er een andere wind. Opeens, voor het eerst sinds we gestart waren, stond er een echt briesje. Wat een opluchting. Voor even dan. Na de warmste junimaand ooit in het VK, stonden we aan de start van de natste julimaand ooit gemeten. Twee weken bakken in de zon werd vervangen door een regelmatig nat pak, en zonder dat we het wisten kwam er weer een andere uitdaging aan: van Hartland tot onze woonplaats Bude, ervaarden we waarschijnlijk de zwaarste dag van onze trip. Freya’s onderzoek had ons al gewaarschuwd voor dit gedeelte, en gelukkig waren onze benen al aardig getraind. Maar die van Ira ook…

Tot op dit moment was ze redelijk tevreden geweest om als Cleopatra overal heen gedragen te worden. Maar nu realiseerde ze zich dat ook haar schoenen bedoeld waren om op te lopen. Direct vanuit onze kampeerplaats begon deze etappe met drie zware beklimmingen, en Ira wandelde ze bijna helemaal zelf. We hoorden elke keer aan het begin van een klim een stemmetje uit de drager dat zei “Ira klimmen berg!”. Op dat moment werd het overduidelijk dat onze dochter helemaal meedeed aan de fysieke uitdaging die we samen moesten overwinnen. Ondanks het langzame tempo, en mijn niet opgewarmde spieren, voelde ik de warme gloed van trots op haar stugge vastberadenheid.

De ruige plekken van Noord-Cornwall begonnen aan ons voorbij te vliegen met de gestage eenvoud die alleen een lange-afstandswandeling kan brengen. Het constante gebeuk van de Atlantische golven op de kliffen en het geluid van onze voetstappen begonnen samen een gesyncopeerd ritme te slaan op dit ongelooflijk mooie pad. Als de zon scheen glinsterde het water met een kleurenspel dat Freya en mij deed afvragen waarom we ooit nog ergens anders op de wereld zouden willen zijn. We kampeerden op goudkleurig zand, we wasten ons in het zoute water, en elke dag hadden we een nieuw uitzicht vanaf een andere torenhoge granieten klif. Als we ooit in het moment zouden willen leven, dan was dit hét moment om te kiezen.

 

Het weer bleef alleen nare verrassingen brengen. Vlak na Padstow, in Constantine Bay, werden Freya en ik om 6 uur ’s ochtends wakker door een stormachtige wind die van zee blies en de voorkant van onze tent plette. We konden het niet laten om te lachen terwijl ik de tent uit klauterde en verwoede pogingen deed om wat scheerlijnen in de rotsachtige grond vast te maken. Ira sliep ondertussen als een roos. Een week later vond de volgende slag tussen de wind en onze tent plaats in St. Ives. De tentstokken waren gevaarlijk dicht bij hun breekpunt en nog een storm zou wel eens de laatste druppel geweest kunnen zijn, Maar goed, elke lange-afstandswandeling wordt gedreven door hoop en na een paar dagen van paniekerige mailtjes sturen, lukte het ons om een nieuwe set tentstokken te regelen om op te pikken in Falmouth aan de zuidkust.

Voordat we daar aankwamen, moesten we nog een paar van de ruigste stukken van het hele pad overwinnen, bij de overgang van het uiterste punt van het land, naar de meer tropische zuidelijke oevers. Dit was het stuk waar Freya en ik allebei het meest naar hadden uitgekeken, en het stelde gelukkig niet teleur! De zon zien ondergaan achter het Longships Lighthouse vanaf onze kampeerplek boven Sennen Cove, was het perfecte afscheid van de tijd die we westwaarts hadden gereisd. De volgende ochtend gingen we snel door Land’s End (het meest westelijke punt van het Britse eiland), en voordat we het wisten reisden we door de ongerepte wildernis van Lizard Peninsula (het zuidelijkste punt van het Britse eiland) met water zo helder dat kristallen nog jaloers zouden zijn. Palmbomen, bananenbomen en andere tropische planten. Dit was het Cornwall van onze dromen.

Vanaf Falmouth gingen we op hoog tempo door de rest van Zuid-Cornwall.

We waren niet alleen meer een gezin van 3 mensen. We waren een goed-geoliede machine.

Sneller, sterker en beter georganiseerd. Ira was in haar element en liep vaak 3 tot 5 kilometer per dag. En ze had nog steeds genoeg energie om over rotsen te klauteren, wilde bloemen te plukken en nieuwe verhalen over haar knuffeldraak (de enige luxe van thuis) te bedenken.

Door het hoge tempo vlogen we de grens bij de Tamar rivier over en we waren snel weer terug in Devon. Mijn strijd werd nu een psychologische. Niet omdat ik rust wilde na meer dan 700 km hiken, maar het tegenovergestelde: het einde van de trip leek dichterbij dan ooit, en ik wilde niet dat er een einde aan deze geweldige reis kwam. Gelukkig kon Freya als getrainde verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg mij gemakkelijk uit deze buien halen. Terwijl we het zeilmekka Salcombe naderden, hielpen haar wijze woorden me om te focussen op de schoonheid van het landschap van Devon. Zo’n intense lange-afstandswandeling kan een extreme relatietest zijn, maar het voordeel van met je partner op pad zijn is dat niemand je dieptepunten beter kent en niemand beter weet hoe je terug naar het hier en nu te krijgen.

Een paar kilometer verder werden we helemaal weggeblazen door de historische charme van Dartmouth. We brachten het overgrote deel van de dag door in koffietentjes, ijsjes eten en het doen van een ongeplande vaartocht met een stoomboot de rivier de Dart op. Dit was misschien wel de meest perfecte dag van de hele trip die we afsloten met een nacht op de afgelegen landtong Froward Point. Het dennenbos om ons heen gaf de kampeerplek het gevoel in Noord-Californië te zijn.

De volgende ochtend werden we wakker met zicht op een groep van 16 dolfijnen die in de glinsterde golven speelden: de eerste keer dat we ze in het wild zagen. En zelfs nu heb ik nog moeite om dat gevoel onder woorden te brengen. Misschien is dat wel het allermooiste aan een lange-afstandswandeling, bepaalde momenten zijn uniek persoonlijk en de herinneringen zijn bijna etherisch.

Terwijl we verder naar het oosten gingen werden de kliffen minder ruig, de rode zandsteen gidste ons de grens met Dorset over: het laatste graafschap waar we de kustlijn zouden volgen, en het gebied waar we woonden, voordat we naar Cornwall waren verhuisd. Ik had vrede gesloten met het feit dat de reis binnenkort onherroepelijk ten einde zou komen, de vertrouwde Jurassic Coast was als een troostrijke omhelzing. Deze heuvels hadden me ooit angst ingeboezemd toen we hier jaren geleden zoveel trainden voor onze eerste lange-afstandswandeling. Na onze bijna 1000 kilometer aan fysieke en psychologische training leken ze niet groter dan kleine bultjes op ons pad.

En toch vertraagden we ons tempo om van de laatste momenten te genieten. We stonden onszelf toe om nog een laatste nacht te kamperen bij de iconische Old Harry Rocks, op maar 7 kilometer van het einde van het pad aan de rand van Poole Harbour. Zonder de buitentent vielen we in slaap onder een wolkenloze hemel vol sterren. Om 4 uur ’s ochtend werd ik wakker terwijl de regendruppels op onze gezichten vielen. In nog een laatste hilarische strijd met de elementen, rende ik bijna naakt en in paniek om de tent heen om de buitentent op te zetten, in een poging te voorkomen dat we allemaal doorweekt zouden raken. Toen ik weer terug in de tent was moesten Freya en ik een lach onderdrukken, Ira was net als tijdens alle andere stormen nog diep in slaap.

Een lange-afstandswandeling van 65 dagen met een peuter was natuurlijk niet gemakkelijk, maar ze paste zich bijna zonder problemen aan deze nomadische zomer aan. En het is altijd lastig om een kind op te voeden, toch? Dus dan maar beter terwijl je op een fantastische plek bent en iets doet waar je van houdt.

Verhaal en foto's door Josh Barnett

Josh Barnett is an avid thru-hiker, automotive engineer, and sometime adventure writer. As a family, Josh, Freya and Ira have thru-hiked nearly 1,000 miles on various adventures (and have even done a 37-mile trail in a single day, much to the distress of their feet and legs). Now living in their tiny cabin home in Cornwall, they’re currently awaiting a fourth member of their thru-hiking clan while planning further adventures both in the UK and further afield.

/ Meer nummers

/

Nummer 19

Het parallelle universum bovenop de Tafelberg

Catherine

/5 minuten leestijd
/

Nummer 18

Bikepacking als metafoor voor leven met neuro-divergentie

Scott Cornish

/7 minuten leestijd